adviseur agro eos

EOS: tips en veel gestelde vragen

Energieopslagsystemen (EOS) als nieuw verdienmodel niet zonder risico’s: een paar tips

28 aug 2025 5 minuten

Berry Looijen, technisch specialist bij Avéro Achmea, bezoekt regelmatig agrarische bedrijven en vertelt wat hij tegenkomt: 'Ondernemers hebben energie nodig voor hun bedrijfsactiviteiten. Het opslaan van duurzaam opgewekte energie is een oplossing voor gebruik als ze het nodig hebben. Dat is handig voor eigen gebruik als er geen zon is. Of om te verkopen op piekmomenten als de energiemarkten daar goed voor betalen.'

De opslag van energie kent serieuze risico’s

Lithium-ion batterijen en accu’s kennen we van bijvoorbeeld de accuboor (0,1 kWh), de elektrische fiets (1 kWh) en de elektrische auto (75 kWh). Bij steeds meer agrarische bedrijven variëren de energieopslagsystemen van koelkastformaat tot meerdere zeecontainers met een vermogen tot wel 5 MWh. “Dan staat er serieuze chemie op je bedrijf”, zo stelt Berry. “Accu- en batterijsystemen bestaan uit (brand)gevaarlijke lithiumverbindingen. Deze kunnen bij brand als giftige gassen en dampen vrijkomen. Als je energie in grote hoeveelheden opslaat zoals bij een agrarisch bedrijf, dan zijn dit factoren om serieus rekening mee te houden.”

Kies een buitenlocatie op veilige afstand

Energieopslagsystemen brengen risico’s met zich mee. “Brand is het eerste om alert op te zijn”, zegt Berry. “De rookgassen die dan vrijkomen zijn zeer giftig. Kijk bij het kiezen van een locatie al naar welke kant eventuele rook op kan gaan. Je wil dit weghouden van mensen, dieren en teelten. Daarnaast geeft het blussen met water bij dit soort branden een verontreiniging met flinke milieuschade. En zo’n brand kan zichzelf dagen in stand houden. Ook wel ‘thermal runaway’. Nauwelijks te blussen, hooguit koelen. Soms duurt het dagen voor je dit soort overhitting de baas bent.” Berry benadrukt: “Houd energieopslagsystemen vooral op veilige afstand van je agrarische bedrijfsvoering en van plekken met mensen. Is er onvoldoende ruimte, denk dan na over andere oplossingen. Zoals een betonnen tussenscherm dat er voor zorgt dat hitte bij brand geen gebouw kan aanstralen.”

Neem ook andere maatregelen; installeer branddetectie, zorg voor voldoende bluswater en gebruik een BMS

“De juiste locatie kiezen en zorgen voor de aanwezigheid van branddetectie met een passend blussysteem is iets wat je vooraf kunt regelen", vervolgt Berry. “Om een energieopslagsysteem en omgeving te koelen in het geval van brand, is voldoende bluswater met de juiste aansluitingen nodig.” Nog een tip van Berry: “Met een goed batterijmanagementsysteem (BMS) heb je inzicht en invloed op de staat en de levensduur van je batterijen. De leverancier kan helpen met instellen en uitleg geven over het gebruik ervan. Dit levert een veiliger energieopslagsysteem op.” 

Maak bij de aanleg van een energieopslagsysteem gelijk een noodplan. Leverancier, brandweer en risicodeskundige kunnen daarbij helpen.

Maak bij de aanleg van een energieopslagsysteem gelijk een noodplan

Hierin staan alle nodige acties omschreven in geval van een calamiteit. Leverancier, brandweer en verzekeraar kunnen de ondernemer daarbij helpen.


Betrek de juiste mensen

Een gewaarschuwd mens telt voor 2 en 2 weten meer dan 1. Zo werkt het ook bij dit soort investeringen. Net als bij de aanleg van een zonnestroominstallatie heeft de opdrachtgever met veel verschillende partijen te maken. 'Leverancier, bouwer, installateur, energiehandelaar en verzekeraar. Dat kan lastig zijn,' weet Berry uit ervaring. 'Zeker als ze elkaar tegenspreken of geen kennis hebben van een agrarische bedrijfsvoering.' Regelgeving loopt daarbij vaak achter de markt aan, maar komt er natuurlijk wel aan. Met de normering voor een energieopslagsysteem (PGS37-1) bereidt de ondernemer zich hierop voor. Berry: 'Door een inspectiebedrijf te betrekken bij je proces, kunt je er direct voor zorgen dat je voldoet aan oplevering volgens NEN 1010. Een vergunningsplicht is er nu nog niet, maar er zijn wel gemeentes en provincies die vragen om de aanleg van een energieopslagsysteem te melden.'


Is uw agrarische relatie van plan om een energieopslagsysteem te installeren?

Bespreek dan ruim op tijd het ontwerp en deel de hierboven genoemde nuttige tips. Of breng uw relatie in contact met een risicodeskundige van Avéro Achmea. Met de juiste keuzes en maatregelen zorgen we samen voor een veiligere agrarische bedrijfsvoering.  

Veel gestelde vragen

Zijn alle energieopslagsystemen hetzelfde?

Nee, er zijn juist veel verschillende soorten energieopslagsystemen op basis van lithium-ion. Bijvoorbeeld: LCO, LMO, NMC, LFP. Alle systemen zijn erop gericht om energie op te slaan en weer af te geven. Maar elk systeem heeft weer andere eigenschappen. Zo kan er een verschil zijn in de gevoeligheid en de kans op een thermal runaway. 

Zijn er onbrandbare energieopslagsystemen?

Nee, er zijn geen onbrandbare energieopslagsystemen. Opgeslagen energie kan onbedoeld vrijkomen. Daarom is het belangrijk om bewuste keuzes te maken en daar de juiste mensen en partijen bij te betrekken.

Aan welke normen moet een energieopslagsysteem voldoen?

De overheid stelt normen, zoals PGS37-1. Een energieopslagsysteem is onderdeel van de elektrische installatie en moet voldoen aan NEN 1010. Batterij-energieopslagsystemen moeten voldoen aan NEN 4288. Omdat energieopslagsystemen vrij nieuw zijn, is de verwachting dat de normering zich verder ontwikkelt.

Wie moet je informeren voor het plaatsen van een energieopslagsysteem?

Informeer de vergunningverlener (gemeente of provincie), netbeheerder, verzekeraar en brandweer. Zorg met hen voor een noodplan, zodat vooraf duidelijk is wie welke actie kan en moet ondernemen. Bijvoorbeeld bij een calamiteit zoals brand. 

Waar plaats je een energieopslagsysteem vanaf 20 tot 100 kWh en wat is een veilige afstand tot een gebouw?

  • Plaats de energieopslagsystemen buiten. Waarbij het energieopslagsysteem voor minimaal 60 minuten tegen branddoorslag en brandoverslag is gescheiden van de bebouwing.
  • Kunt u de energieopslagsystemen niet buiten plaatsen? Neem dan de volgende maatregelen:
    - Plaats het energieopslagsysteem in een eigen brandcompartiment. Zorg dat het compartiment minimaal 60 minuten brand kan weerstaan. Plaats een geschikt blussysteem.
    - Plaats het energieopslagsysteem niet in een gebouw met dieren.
    Plaats het energieopslagsysteem in een ruimte zonder bedrijfskritische installaties, zoals een elektraverdeler, klimaatcomputer of noodstroomaggregaat.
  • Plaats het energieopslagsysteem in een omgeving zonder stof en corrosieve gassen. De beschermingsklasse (IP-waarde) van het energieopslagsysteem geeft aan hoe dicht het systeem is voor stof en vocht. De beschermingsklasse zegt niets over hoe dicht het is voor corrosieve gassen, zoals ammoniak.

Waar plaatst je een energieopslagsysteem vanaf 100 kWh en wat is een veilige afstand tot een gebouw?

  • Plaats deze energieopslagsystemen buiten.
  • Kies voor een veilige afstand tot bebouwing, ook het transformatorgebouw:
    Tot 500 kWh: 5 meter.
    Van 500 kWh tot 5 MWh: 10 meter.
    Vanaf 5 MWh: 15 meter.
  • Maak een extra brandscherm door het plaatsen van een betonnen wand, waarmee u de invloed van warmte of brand op een gebouw vermindert. Denk niet alleen aan uw eigen gebouwen, maar ook aan andere gebouwen in de directe omgeving van uw bedrijf.
  • Plaats het energieopslagsysteem in een omgeving zonder stof en corrosieve gassen. De beschermingsklasse (IP waarde) van het energieopslagsysteem geeft aan hoe dicht het systeem is voor stof en vocht. De beschermingsklasse zegt niets over hoe dicht het is voor corrosieve gassen, zoals ammoniak.

Welke invloed heeft een energieopslagsysteem op de aanwezige elektrische installaties?

Een energieopslagsysteem is een extra leverancier van stroom. Het is een uitbreiding van de elektrische installatie, naast de al aanwezige hoofdaansluiting en mogelijk ook de zonnestroominstallatie en een noodstroomaggregaat. De technische installatie wordt zo op meerdere manieren gevoed met energie. Laat de installateur beoordelen of de technische installatie en de hoofdverdeler daar geschikt voor zijn. 

Is een energieopslagsysteem geschikt als noodstroom?

Nee, een energieopslagsysteem is niet geschikt als noodvoorziening bij stroomuitval. Het opslagsysteem is niet altijd voldoende opgeladen om een werkproces van stroom te voorzien. Dit biedt onvoldoende zekerheid.

Wat is nodig voor het verzekeren van een energieopslagsysteem vanaf 20 tot 100 kWh?

Zorg dat het energieopslagsysteem voldoet aan:

  • Richtlijn PGS 37-1 voor veilige opslag van elektriciteit in energieopslagsystemen.
  • Opleveringskeuring NEN 1010 van het energieopslagsysteem en van de verdelers waar de stroom doorheen loopt.
  • Buitenopstelling waarbij het energieopslagsysteem voor minimaal 60 minuten tegen branddoorslag en brandoverslag is gescheiden van de bebouwing. Of binnenopstelling in een brandcompartiment met minimaal 60 minuten brandwerendheid tegen branddoorslag en brandoverslag. Het brandcompartiment is direct vanuit de buitenlucht bereikbaar. Het staat niet bij:
    Bedrijfskritische installaties.
    In een gebouw met dieren.
  • Een opstelling boven het maaiveld.
  • Aanwezigheid van een blussysteem dat geschikt is voor Li-ion. Het systeem alarmeert en schakelt het energieopslagsysteem uit.

Wat is nodig voor het verzekeren van een energieopslagsysteem vanaf 100 kWh?

Zorg dat het energie opslagsysteem voldoet aan: 

  • Richtlijn PGS37-1 voor de veilige opslag van elektriciteit in energieopslagsystemen.
  • Opleveringskeuring NEN 1010 van het energieopslagsysteem en de verdelers waar de stroom doorheen loopt.
  • Buitenopstelling boven het maaiveld.
  • Een minimale afstand tot bebouwing, ook het transformatorgebouw:
    Tot 500 kWh: 5 meter.
    Van 500 kWh tot 5 MWh: 10 meter.
    Vanaf 5 MWh: 15 meter.
  • Afscherming door een betonnen wand van minimaal 12 cm dikte. Of als alternatief voor een betonnen wand: een verdubbeling van de minimale afstand tot de bebouwing.
  • Een blussysteem dat geschikt is voor Li-ion, alarmeert en schakelt het energieopslagsysteem uit.
  • Aanwezigheid van bluswater met een minimale capaciteit van 4 uur en 90 m3 per uur.
  • Aanrijbeveiliging.
  • Een noodplan volgens PGS37-1. 
  • Dataopslag.
  • Onderhoudscontract.

Gerelateerde kennis

Andere thema's