Voorkom bevriezing van water in de verwarmingsinstallatie
In de winter ontstaan veel storingen aan de warmtewisselaars. Vooral als zij buiten – of in verbinding met de buitenlucht – staan. Storingen ontstaan bijvoorbeeld door een afwijking in de temperatuuropnemers, door kleppen die vast zitten of door stroomuitval. Het gevolg? Verwarmingswater kan niet verwarmd worden of de watercirculatie stopt. Als een noodstroomvoorziening ontbreekt of hapert, kan dat leiden tot volledige stilstand van de verwarmingsinstallatie. De kans op bevriezing is dan erg groot.
Tip 1: Test en controleer om stilstand van de installatie te voorkomen
- Staat het systeem in contact met de buitenlucht? Vul hem dan met glycol (antivries) en controleer jaarlijks de beschermingsgraad hiervan. Uw relatie kan deze controle ook laten opnemen in het onderhoudscontract.
- Controleer regelmatig of de temperatuur op de temperatuurmeter nog klopt met de werkelijke temperatuur. Uw relatie kan ook dubbele temperatuurmeters laten plaatsen op de installatie.
- Meet de retourtemperatuur. Dit is de belangrijkste temperatuur om vorstschade te voorkomen. Laat de retourtemperatuur bewaken en alarmeren.
- Test voordat de winter begint of de leegloopklep van de warmtewisselaar werkt en niet vastzit.
Tip 2: Plan jaarlijks onderhoud, het liefst in het najaar
- Laat de verwarmingsinstallatie, inclusief de warmtewisselaar, jaarlijks onderhouden. Eventuele storingen aan de installatie kunnen dan worden opgelost voordat ze problemen op het bedrijf veroorzaken. Plan dit onderhoud het liefst in het najaar.
- Laat de temperatuurmeters jaarlijks ijken.
- Zorg voor een noodstroomvoorziening die automatisch in werking treedt.